JubileumEiland

Biesbosch MuseumEiland
40 jaar

2024 staat in het teken van het 40-jarig jubileum van het Biesbosch Museum dat op 6 juni 1984 officieel geopend werd door Prins Bernhard.

In de afgelopen veertig jaar bezochten bijna 1,4 miljoen mensen het museum, van 1984 tot 1994 gevestigd op de bovenverdieping van restaurant de Brabantse Biesbosch aan de Spieringsluis en in 1994 verhuisd naar de nieuwbouw aan de Hilweg. Na een tussentijdse uitbreiding in 2001 volgde in 2015 de enorme transitie tot Biesbosch MuseumEiland waarbij we mee zijn gelift met de ontpoldering van de Noordwaard.

De komende veertig weken reizen we op deze webpagina met het Biesbosch Museum door de tijd van 1984 naar 2024.
Iedere week belichten we een nieuw jaar.

.

2000

Op 12 mei 2000 opende de heer J.G. van Oord door middel van het afzinken van een klein zinkstuk de tentoonstelling "Werkendam Wereldwijd".
Aanleiding was het in 1998 door mevrouw Nel van As samengestelde boek over Werkendammers die in China aan waterbouwwerken gewerkt hadden. Voor de tentoonstelling is gekozen voor nog vier andere landen te weten Argentinië, Nederlands- Indië, Rusland en Egypte.

In de expositie waren de verhalen opgenomen van bijvoorbeeld de man die in Egypte zijn vrouw vond, het verhaal over de vlucht uit Rusland, of het verhaal van de man die gewond raakte in Argentinië. Een man die al 25 jaar in China werkt vertelt over zijn leven daar, en een vrouw leest de brief voor die zij vanuit Ned. Indië naar haar zwager schreef toen haar man vermist werd. Allemaal verhalen van Werkendammers in den vreemde.

1999

Bij de oprichting van de Stichting in 1974 was de officiële benaming Stichting Biesbosch Museum en griend- en rietcultuur. In de vaste tentoonstelling worden door de jaren heen tal van andere thema's uit de veelzijdige en rijke geschiedenis in het museum belicht zoals onder meer de rijke flora en fauna, de aanleg van de spaarbekkens voor waterwinning en de tweede wereldoorlog.

De Biesbosch is ook een inspiratiebron voor tal van kunstenaars. In 1999 verschijnt het boek ‘Biesbosch schilders” samengesteld door Wim van Wijk. In het museum was een wisseltentoonstelling te zien met werk van de Biesbosch schilders Cor Nolté, Stef Wijnhoven, Ab van ‘t Hoff, Henk van Dalen, Ernst van Dalen, Marinus v.d. Neut, Adrie Mouthaan, Teus Verhoeven en Ad van der Ven.

Het museum heeft inmiddels een kunstcollectie met ca. 150 verschillende schilderijen. Dat varieert van olieverven, etsen, aquarellen, wandkleden en miniaturen. De stichting verwerft niet actief zelf. Vrijwel alle werken zijn ontvangen uit nalatenschappen en schenkingen.

1998

Op 12 juni 1998 opende A. Faas, eerste klas lijnentrekker en directeur van het kadaster Zuid-West Nederland de expositie Biesbosch a la carte. Het ging om een unieke collectie kaartmateriaal, bijeengebracht door de Historische Vereniging Werkendam in samenwerking met het Biesboschmuseum.

Deze tentoonstelling kon voor een deel putten uit kaarten uit de door de stichting kort daarvoor aangekochte omvangrijke collectie archiefmateriaal van Huib den Tuinder. Daarnaast zijn diverse in bruikleen verkregen kaarten tentoongesteld.
De tentoonstelling duurde tot 9 september en liet zien hoe de Biesbosch door de eeuwen heen aan verandering onderhevig was.

1997

In 1997 organiseerde het Biesbosch MuseumEiland met medewerking van PTT Post en het PTT Museum in ’s Gravenhage de tentoonstelling 100 jaar postbestelling in de Biesbosch.

Volgens de Nederlandse Postwet was de PTT verplicht bij iedere bewoner in Nederland post te bezorgen. In 1896 besloot men ook voor de Biesbosch een geregelde postbezorging per boot te gaan doen.
L. van der Hoeven, een met de Biesbosch bekende schipper werd aangesteld als eerste postbesteller.
Drie maal per week, op de dinsdag, donderdag en zaterdag, bezorgde hij de post vanuit Drimmelen via de route het Zijkgat, Middelgat van de Plomp, Gat van de Zuiderklip, ten noorden van de Bloemplaat of Dood, het gat van de Noorderklip en via de Amer terug. Bij ebbe moest de omgekeerde richting worden genomen.

De ludieke overzichtstentoonstelling werd op 20 maart 1997 geopend door de heer D. van der Meer, rayonmanager van PTT Post West Brabant. Het zou tot 2020 duren, voor de laatste postboot uit de vaart genomen werd. Een monument in de haven van Drimmelen herinnert aan de postbezorging in de Biesbosch.

1996

In 1996 wordt de Vereniging Vrienden van het Biesbosch Museum opgericht. De vereniging heeft tot doel de Stichting Biesbosch Museum financieel te ondersteunen.
Hiertoe werft de vereniging leden die bereid zijn een jaarlijkse contributie te betalen. De vereniging heeft momenteel (2024) 174 leden.

Door de jaren heen hebben de Vrienden aan een flink aantal zaken bijgedragen. Zo werd in 2015 mede dankzij de Vrienden het schilderij van Henricus Weingärtner gerestaureerd. In 2016 betaalde de vereniging de kosten van het digitaliseren van kaart- en fotowerk. Dankzij hen hebben wij nu prachtige parasols op het terras en heeft onze buitenploeg sinds kort een prachtige zitmaaier om het buitenterrein mee te maaien. Wil jij ook lid worden en zo het MuseumEiland steunen? Meld je dan hier aan.

1995

Het nieuwe museum staat in het hart van de Biesbosch, die in 1993 officieel tot Nationaal Park is uitgeroepen. Staatsbosbeheer is de grootste terreinbeheerder in de Biesbosch en werkt met twee kantoren; Landgoed Dordwijk in Dordrecht en polder de Dood midden in de Brabantse Biesbosch, waar ook boswachter Dirk Fey in een bedrijfswoning woont.

Staatsbosbeheer besluit een centraal kantoor in de Biesbosch te bouwen en het oog valt op een locatie naast het nieuwe museum. Kantoor Lijnoorden wordt op vrijdag 13 oktober 1995 feestelijk geopend.

1994

Op 6 april 1994 opent staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de heer Gabor het nieuwe onderkomen van het Biesbosch museum in Werkendam. Een kleine 10 jaar na de oprichting kreeg de Stichting de beschikking over een gebouw van 1050 m2. Daarmee kreeg de voornamelijk door dhr. Den Tuinder bijeengebrachte verzameling eindelijk de ruimt die het verdiende.

Op het plein voor het museum was een bronzen beeld van een griendwerker opgesteld, gemaakt door beeldhouwer Jaap Hartman uit Woudrichem. Dit werd onthuld door het weghalen van bossen rijshout die het beeld aan het oog onttrokken.

1993

Er wordt in 1993 hard gewerkt aan het nieuwe museum waardoor in het laatste jaar geen extra activiteiten georganiseerd worden aan het museum aan de Spieringsluis. Dat sluit in oktober de deuren voor het publiek. In het laatste jaar worden toch nog ruim 19.000 bezoekers genoteerd, wat het totaal aantal bezoekers van de eerste museumlocatie brengt op 220.000.

Vanaf november wordt gestart met de verhuizing van de collectie naar het nieuwe gebouw aan de Hilweg. De inrichting wordt voor een groot deel in eigen beheer uitgevoerd. Voor de decors wordt de hulp ingeroepen van Daan Gort uit Woudrichem.

1992

Al in 1991 zijn de voorbereidingen getroffen die er toe moeten leiden dat in 1992 begonnen kan worden met de bouw van een nieuw Biesboschmuseum. De nieuwe locatie aan de Hilweg, op grond van het waterwinningbedrijf, ligt op een steenworp afstand van het buitenmuseum op de Pannekoek.
Het nieuwe museum zal uit negen paviljoens bestaan met een oppervlakte van 1000 m2, dat is drie maal zo groot als de oude locatie.
Op 25 november 1992 ging de nieuwbouw officieel van start.
Medio 1994 zal het nieuwe museum voor bezoekers geopend worden. Met deze stap lijkt de toekomst voor het Biesboschmuseum tot in lengte van jaren gegarandeerd.

1991

In februari 1991 heeft het Biesboschmuseum medewerking verleend aan een productie voor de EO-televisie. Het ging om een documentaire over de crossings in de Tweede Wereldoorlog. De opnamen van de interviews zijn in het museum gemaakt en er is veel materiaal beschikbaar gesteld.

Line crossers, mannen waagden hun leven in de Biesbosch. De film gaat over verzet in de Biesbosch en werd uitgezonden op 8 mei 1991, de productie was van Fritz de With van STS Video Amersfoort.
Verschillende verzetsmannen komen aan het woord waaronder Cees Visser, Ies Zonneveld, Frans Hoffmans en Piet van den Hoek.

1990

In 1990 is het museum verrijkt met twee bijzondere poppenverzamelingen. Deze zijn in langdurig bruikleen afgestaan door mevrouw J.B. Eenink-Herder uit Ameide. Zij was oorspronkelijk van plan daar een poppenmuseum op te zetten en verleende verschillende opdrachten aan professionele kunstenaars. Aangezien Ameide een rijke traditie in de griend- en rietcultuur kent, werden opdrachten verstrekt aan twee poppenmaaksters.

De verzameling gemaakt door Lucia Akkerman-Tritten bestaat uit zeven bijna 20 cm grote poppen die voorstellen; de griendhakker, de rietsnijder, de kooiker, de teenschiller, hoepmaker op de snijbank, een hoepmaker aan de buigmachine en een mandenbreier.

De verzameling gemaakt door Christine Baars bestaat uit vijf ca. 55 cm grote poppen te weten; de teenschiller, de klompenmaker, de mandenbreier, de hoepmaker op de snijbank en de hoepmaker aan de buigmachine.

Het poppenmuseum komt niet van de grond en mevrouw Eenink probeert haar verzamelingen onder te brengen. Ze legt contact met het Biesbosch Museum dat graag onderdak aan de verzamelingen biedt.

De band met het museum blijft warm. In 2021 overlijdt mevrouw Eenink en wordt het museum in haar nalatenschap opgenomen. De verzamelingen worden aan het museum geschonken inclusief een geldbedrag.

1989

In de eerste maanden van 1989 is een oud Biesbosch-arkje geschonken door de heer Seton uit Werkendam, opgeknapt en gereedgemaakt voor expositie. Het arkje, in eerste plaats gebruikt bij werkzaamheden in de Biesbosch heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog gediend als onderkomen voor onderduikers.

Het arkje heeft een plaats gekregen direct bij de ingang van het Biesboschmuseum en is ingericht met 'levensechte' poppen. Het geheel vormt met oog op het herdenkingsjaar 1990, een welkome aanvulling op de collectie.

1988

Anno 2024 is de bever niet meer weg te denken uit de Biesbosch. Het is het symbool van dit Nationaal Park dat dit jaar zijn 30 jarig bestaan viert.

1988 is een markant jaar in de Biesbosch geschiedenis. Staatsbosbeheer begint dan met het terugbrengen van de in 1826 uitgestorven bever in Nederland.

Daarvoor worden drie achtereenvolgende jaren in totaal 42 bevers uit het Elbe gebied (toen nog Oost-Duitsland) weggevangen en in de Biesbosch uitgezet. De bevers werden in de gaten gehouden door ze te zenderen.

Onderzoek maakte duidelijk dat bevers een veel groter territorium innamen dan van tevoren werd gedacht. Bevers zijn territoriale dieren, dus toen ‘nieuw uitgezette’ bevers sporen van soortgenoten door het hele gebied zagen, gingen ze op zoek naar nieuw leefgebied.

Anno 2024 zijn er zo’n 250 tot 300 bevers actief in de Biesbosch . Vanaf het Biesbosch Museumeiland worden in de maanden mei tot en met september in de vooravond bevertochten met de elektrisch aangedreven rondvaartboten georganiseerd.
Kijk voor de data op onze vaaragenda.

1987

De bezoekersaantallen van het Biesbosch Museum blijven de eerste jaren stabiel. Waar normaal gesproken na de openingsjaren een terugval ontstaat, wordt in 1987 de 100.000ste bezoeker verwelkomd. Dinie van der Griendt uit Groede ontving enkele attenties uit handen van burgemeester Dorland van Werkendam, de voorzitter van de Stichting Biesbosch Museum en griend- en rietcultuur.

In de periode 1984-1987 kwamen door de grote toeloop ook de beperkingen van het pand aan het licht. De blijvende aandacht voor het museum sterkte het bestuur in haar voornemen een volledig nieuw museumgebouw te gaan bouwen in de nabijheid van buitenmuseum De Pannekoek, dat al sinds 1974 in het beheer van de stichting was.

In 1987 werd gestart met de voorbereidingen daartoe, zowel op het gebied van planvorming, als ook het onderzoek naar de financiering via sponsoring, subsidies en fondsenwerving. Van 6 mei tot 20 juli was een expositie te zien waarin studenten van de Technische Hogeschool in Eindhoven via tekeningen en maquettes hun visie gaven op het nieuw te bouwen museum.

1986

Na de opening van het museum in 1984 ontving het museum 25.000 bezoekers per jaar. Huib den Tuinder, die voor het grootste deel zelf het ontwerp en de inrichting van de museumexpositie ter hand nam, zat nog vol met ideeën om de aantrekkingskracht van het museum te vergroten.

Naast de rijke geschiedenis van de griend- en rietcultuur besefte hij dat de specifieke flora en fauna van de zoetwatergetijdendelta ook grote aantrekkingskracht op bezoekers uit zou oefenen. Via contacten met de firma Wijnbelt uit Woudrichem bleek het in 1986 mogelijk een steur van 2,40 meter en 205 pond uit Rusland naar Nederland te halen voor het symbolische bedrag van één gulden en zes cent.

De gebroeders Teurlincx uit Eindhoven prepareerden de steur en de eerste secretaris van de Russische ambassade, S. Sosjenko, nam maandagmiddag 30 maart 1987 in het Biesboschmuseum het nieuwe oeveraquarium met de steur als het stralende middelpunt officieel in gebruik.

1974 - 1985

De Stichting Biesbosch Museum wordt opgericht. De stichting heeft tot doel “de bevordering van de oprichting, instandhouding en uitbreiding van een museum voor de Biesbosch en het bevorderen van al hetgeen daarvoor dienstig is, daarmee samenhangt of daaraan verwant is.”

De stichting verkrijgt van de Dienst der Domeinen het recht op gebruik van een deel van de Pannekoek, een gebied in de Biesbosch. Het gebied wordt met behulp van Jan en Gerrit van der Stelt, twee griendwerkers, als cultuurgriend ingericht en
moet in de toekomst gaan fungeren als buitenmuseum.

Er wordt naarstig gestreefd naar realisatie van een Biesbosch Museum. De werkkamer van Huib den Tuinder op het arbeidsbureau in Almkerk verandert in de tussentijd meer en meer in een klein Biesbosch Museum.

Foto's onder: Werkkamer den Tuinder | De wilgentuin in voorbereiding, Jan en Gerrit aan het werk, Huib den Tuinder kijkt toe | Luchtfoto Pannekoek

Inleiding

De aanloop naar een Biesbosch Museum
In 1958 gaat Huib den Tuinder werken bij het Arbeidsbureau in Almkerk. Hij komt in aanraking met de griend- en rietcultuur in de Biesbosch en raakt daar zo door gefascineerd dat hij allerlei attributen, gebruiksvoorwerpen en documentatie gaat verzamelen.

In 1971 is dat de basis van de overzichtstentoonstelling “550 jaar Biesbosch” in het dorpshuis in Werkendam. De expositie krijgt landelijke aandacht in de pers, haalt zelfs het journaal op televisie, en trekt bijzonder veel bezoekers.

In 1974 wordt de Stichting Biesbosch Museum opgericht die “de bevordering van de oprichting, instandhouding en uitbreiding van een museum voor de Biesbosch en het bevorderen van al hetgeen daarvoor dienstig is, daarmee samenhangt of daaraan verwant is” tot doel heeft.

In dat jaar wordt het recht op gebruik van een deel van de Pannekoek verkregen. Het gebied moet in de toekomst als buitenmuseum fungeren en wordt door de griendwerkers Jan en Gerrit van der Stelt ingericht als cultuurgriend.

Terwijl gestreefd wordt naar realisatie van een Biesbosch Museum verandert de werkkamer van Huib den Tuinder op het arbeidsbureau in Almkerk in de tussentijd meer en meer in een klein Biesbosch Museum.

In 1982 koopt de stichting het pand van restaurant de Brabantse Biesbosch aan de Spieringsluis aan om op de bovenverdieping het Biesbosch Museum te vestigen.

In 1984 wordt het Biesbosch Museum aan de Spieringsluis geopend door Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard.